|
|

Vijfduizend jaar terug in de tijd (2)
Al na een uurtje komen we aan in Kolo. Wij stappen uit en de bus rijdt verder. Daar staan we dan. Veel meer dan een aantal huisjes
langs een rode weg lijkt Kolo niet te zijn. We stappen op een paar mensen af en vragen waar het guesthouse is dat vermeld staat in
onze Rough Guide.
Maar een guesthouse blijkt hier niet te zijn. Is het dan wel mogelijk om de rotsschilderingen te bekijken?
Het Department of Antiquities -een hele dure naam voor een heel simpel huisje- blijkt om de hoek te zitten en met de 'bosi' bespreken we de
mogelijkheden om met een gids op stap te gaan. Voor we instemmen met het plan willen we eerst graag weten of er een mogelijkheid is om
hier komende nacht door te brengen.
Daar hoeven we ons echter geen zorgen over te maken, bosi zal onderdak voor ons regelen. We maken een voordelige deal en er wordt
iemand opgetrommeld die ons zal begeleiden naar de rotstekeningen.
Het landschap wordt steeds rotsachtiger naarmate we hoger komen. Ik bedenk dat dit slangengebied bij uitstek zou kunnen zijn en
prijs me gelukkig dat ik er nog nooit één ben tegengekomen in Afrika. Niet lang na deze
constatering verstijven we echter van angst... Vlak voor onze voeten glijdt een behoorlijk groot exemplaar over het pad! En daar blijft
het niet bij, voor we aankomen bij de eerste rotstekeningen komen we er nog één tegen. Ik stamp extra hard met m'n voeten op de grond
en vergeet bijna de schitterende omgeving in me op te nemen omdat ik vooral met m'n hoofd naar beneden loop en angstvallig het pad
in de gaten hou. Na een pittige twee uur gelopen en geklommen te hebben, bereiken we de eerste rotstekeningen.
De meer dan 5000 jaar oude tekeningen zijn gemaakt door de Khoi-San, jagers-verzamelaars die een zogenaamde kliktaal spreken.
De beroemde archeologe Mary Leakey ontdekte deze rotstekeningen in de jaren vijftig en onderzocht een groot gedeelte van de in totaal
meer dan duizend verschillende sites in deze regio. De tekeningen zijn gemaakt op een overhangende rots en men gaat ervan uit dat dit
een plaats was waar de Sandawe offers brachten en zich voorbereidden op de jacht. De afbeeldingen zijn ongelofelijk goed
bewaard gebleven en we kunnen heel goed de verschillende dieren en mensenfiguren onderscheiden. Ook voor de andere twee sites die
we bezoeken is behoorlijk wat klim- en klauterwerk vereist, maar het is het absoluut waard.
De zon gaat bijna onder als we weer terug zijn in het dorp. Er is inmiddels een slaapplaats voor ons geregeld, we mogen bij een
familie in huis slapen. We worden meegenomen naar een heel klein huisje waar we een heerlijk bord met rijst voorgeschoteld
krijgen. De eerste serieuze maaltijd van de dag! Toch kost het moeite ons bord netjes leeg te eten, we constateren dat onze magen
nu al gekrompen zijn. We zijn helemaal gelukkig met onze slaapplaats. Er is geen elektriciteit en geen stromend water, maar daar hechten
we op dit moment geen enkele waarde aan. Het voelt heerlijk om eens lekker in beweging te zijn
geweest. Ik ben al bijna onder zeil als er op onze deur wordt geklopt. Het blijkt de kaartjesverkoper van de bus te zijn! De tamtam
werkt razendsnel hier in Kolo.
Even later zit ik in m'n pyjama bij kaarslicht te onderhandelen over de prijs van
twee bustickets voor de trip naar Babati die we morgen willen maken. Hij probeert er 4000 shilling voor te vragen, maar ik zag
vanochtend toevallig de prijzen op het busstation in Kondoa en kan me nog herinneren dat het vanaf Kondoa naar Babati 4000 shilling was.
Uiteindelijk hebben we een deal voor 3000 shilling. De vrouw des huizes heeft inmiddels gezorgd voor een keteltje warm water
waarmee we onze voeten en handen kunnen wassen op de binnenplaats. Door het licht van duizenden sterren vinden we de
weg terug naar onze slaapkamer; we gaan een koude nacht tegemoet.
TERUG NAAR INDEX | LEES VERDER...
|
|