
Bevangen door hitte en natuurschoon bij Lake Bogoria (3)
Een kleine jongen drijft kuddes geiten en koeien over de
weg. Bellen rinkelen en hier en daar blaat een magere geit. Verder is het stil.
Aan weerszijden van de eindeloze weg ligt een dor landschap te
blakeren in de zon. Wat rieten hutjes zijn het bewijs dat er mensen wonen in dit
vergeten oord.
Bruin stof waait hoog op als de kuddes de weg oversteken en
verkoeling zoeken in de schaduw van enkele acaciabomen.
Hier en daar is nog wat groen te vinden, maar
zal het genoeg zijn voor deze beesten om te overleven?
Het is pas half acht in de ochtend, maar blijkbaar zijn alle matatu's van vandaag al
gepasseerd. Ik ben te lang op de campsite blijven hangen. Het koste me moeite
afscheid te nemen van de zonsopgang boven Lake Baringo en van de schitterende
vogels die met elkaar een concert weggaven in de bomen. En eigenlijk vind ik het
ook niet zo erg om nu langs de kant van de weg te moeten wachten op vervoer naar
Marigat. Niet zolang ik kan genieten van dit pure stukje Afrika.
Lift naar Marigat
Een jeep
verschijnt heel in de verte en komt even later vlak voor m'n voeten tot
stilstand. Achter het stuur zit een corpulente Kenyaan die me meteen zijn hand
toesteekt. Hij is verwonderd mij hier alleen aan te treffen. Wil ik misschien
een lift ergens naar toe? Ik moet begrijpen dat de brandstof duur is, dus wat
kan ik betalen? Het kost wat moeite om tot een overeenstemming te komen maar
uiteindelijk zijn we het eens en kruip ik achterin. Zijn vrouw zit voorin en ook
van haar krijg ik een hand. De man gooit zijn stuur om en we zetten koers naar
Lake Bogoria. Hij vertelt een eigen safarionderneming te runnen bij Lake Baringo.
De zaken lopen goed en als ik interesse heb kan hij wel zorgen voor een leuk
prijsje, speciaal voor mij. Ik krijg een foldertje in m'n handen gedrukt met
de prijzen en ik weet nu hoe deze mensen zo'n dure jeep kunnen betalen.
Halverwege stoppen we even in Marigat. Ik speur het stadje af naar een matatu,
dat is namelijk nog altijd stukken goedkoper dan een lift met deze jeep. Maar
helaas, er is niets te vinden wat daar op lijkt. Bij Loboi Gate, één van de
ingangen van het Lake Bogoria National Reserve, word ik afgezet. Ik bedank deze
vriendelijke mensen voor de lift. Mocht ik nog eens langskomen, dan weet ik hen
wel te vinden, toch?
Spartaanse herenfiets
Bij Papyrus Inn, een eenvoudig hotelletje bij de ingang van het park, regel ik mijn
onderkomen voor de komende nacht en huur ik een fiets om het park te verkennen.
Een spartaanse herenfiets met stang en uiteraard zonder versnellingen. Ik kan
niet met mijn voeten bij de grond en dat is even wennen. Voor ik op weg ga, rij
ik eerst een paar rondjes om er zeker van te zijn dat dit gaat lukken. Volgens
mij ziet het er nogal dom uit, maar dat kan me weinig schelen.
Lake Bogoria is een van de sodameren in de Rift Valley en wordt bevolkt door
duizenden flamingo's die afkomen op het hoge zout- en mineralengehalte van het
meer. Heel in de verte zie ik al een rozige gloed op het water. Langs de kant
van de weg hebben antilopen mijn aanwezigheid opgemerkt en blijven stokstijf
staan. De weg loopt naar beneden en m'n fiets maakt steeds meer snelheid.
Afremmen blijkt niet eenvoudig en het duurt even voor ik tot stilstand ben
gekomen. Maar de antilopen hebben zich natuurlijk al lang uit de voeten gemaakt.
Ik kijk om me heen en het gevoel van vrijheid overweldigt me.
Apen rennen voor me de weg over en verdwijnen in het struikgewas. Boven mijn hoofd
zweeft een Ibis, vogeltjes kwetteren in de bomen en links naast mij ligt het
diepblauwe meer.
Fanta en een gekookt eitje
De asfaltweg wordt slechter en slechter en het valt niet mee de
enorme kuilen en gaten in het wegdek te ontwijken. M'n fiets rammelt aan alle
kanten en flamingo's vliegen verstoord op. Ik begin een enorme dorst te
krijgen, maar m'n water is al een tijdje op. Bij de hotsprings besluit ik te
stoppen.
Sissend stoom spuit de lucht in en ik voel de hete grond zelfs door m'n schoenen heen.
Een aantal flamingo's zijn blijkbaar te dicht bij de hotsprings gekomen en
liggen levenloos op de grond. Een aantal uur geniet ik van de schitterende
omgeving. Dit is paradijselijk, bijna te mooi om realiteit te zijn.
In de schaduw van een enorme boom kom ik bij en na een tijdje arriveert
er een schoolklas. Na onderricht bij de hotsprings krijgen ze allemaal wat te
eten en een flesje Cola of Fanta. Zonder drinken red ik het niet en ik besluit
hen te vragen of ze misschien wat over hebben. Zou ik het mogen kopen? "Kom
gezellig bij ons zitten!" Een van de jufs trekt een kleed voor me bij en een
flesje Fanta wordt voor me open gemaakt. "Ga hier maar zitten. Wil
je misschien ook een gekookt eitje?" De kinderen hebben allemaal een ei
gekookt in het hete water bij de hotsprings. De hartelijkheid van de Afrikanen
doet me steeds weer opnieuw versteld staan. De schoolklas vertrekt en ik
blijf alleen achter.
Zonnesteek
Voor de zoveelste keer ben ik van m'n fiets gestapt. Dit gaat echt niet in deze
verzengende hitte. Heen ging het wel, de weg liep naar beneden. Maar nu is het
voortdurend klimmen. Verschillende auto's zijn me al gepasseerd. Het is
eigenlijk m'n eer te na om een lift te vragen maar ik besef wel dat er niets
anders op zit. Die dertien kilometer naar de uitgang haal ik nooit op deze
manier. Ik stap weer op m'n fiets maar een halve minuut later sta ik er alweer
naast. Ik zal toch geen zonnesteek oplopen of zoiets? Een jeep remt af en een
van de twee jongens stapt uit. Wat doe ik hier? Een fietstocht om het meer? Wat
vind ik daar leuk aan in deze hitte? Nee, eigenlijk vind ik het op dit moment
ook helemaal niet leuk meer. Hij gooit m'n fiets achterin en daar gaan we, op
weg naar de uitgang. De jongens willen van alles van me weten. Wat doe ik hier
helemaal alleen in Kenya? Het zijn jongens van de Luo stam en ze wonen in Kisumu,
bij Lake Victoria. Ze werken voor de Wereldbank en hebben hier een project lopen.
Hun manier van communiceren is joviaal, open en extravert, totaal anders
dan de rustige Kalenjin die wonen in Eldoret en omgeving. Bij Papyrus Inn
drinken we nog even wat voor ze hun reis vervolgen naar Nakuru. Hierna bestel ik
een warme hap en nog veel meer drinken. Nog nooit ben ik zo uitgedroogd geweest.
TERUG NAAR INDEX | LEES VERDER...
|