
Bezoek aan de El Molo en afscheid van Paul, Sammy en de jeep (9)
De wind jaagt als een tornado over de hutjes van de El Molo. Het is nog vroeg in de
ochtend maar de hitte is nu al bijna ondraaglijk. De El Molo is de kleinste
stam van Kenya en wellicht van heel Afrika. Het is niet helemaal duidelijk
hoeveel mensen deze stam nog telt, maar zelf schatten ze het aantal op zo'n
honderd.
Al eeuwen wonen de El Molo aan Lake Turkana en de visvangst was tot
voor kort hun enige middel van bestaan. Maar sinds er huwelijken worden
gesloten met de Samburu, nemen ze meer
en meer andere leefgewoontes over en neemt hun aantal weer toe. Een blanke huid
vinden de kinderen erg interessant en sommigen krijgen er geen genoeg van over
m'n armen te aaien of aan m'n haar te voelen. Vissers zijn op de oever bezig
met het reparen van de netten en vrouwen zitten in de schaduw van hun hutjes op
de grond. We maken een boottochtje over het meer en het water zorgt voor een
beetje verkoeling. De wandeling die we daarna maken naar de top van een heuvel,
vergt bijna teveel van ons in deze extreme hitte. Ver beneden zie ik een aantal
kleine krokodillen zwemmen, een lekkernij volgens de El Molo. Officieel is het
jagen op krokodillen verboden, maar wie controleert dat hier?
Laatste wandeling door Loyangalani
Tegen zonsondergang maken we met z'n drieën
nog een laatste wandeling door Loyangalani. Even buiten het dorpscentrum is een
ander Turkanadorp schitterend gelegen op een heuvel, blauwgrijs gebergte is
vaag zichtbaar op de achtergrond. We worden met enige achterdocht bekeken en
zodra de Turkanavrouwen onze camera's hebben ontdekt is het foute boel. Ze
beginnen in het Turkana tegen ons te schreeuwen en ook al verstaan we er niks
van, de strekking is duidelijk. Rondlopen mag, maar er worden absoluut geen
foto's gemaakt! Gelukkig zijn kinderen overal ter wereld hetzelfde en zij
loodsen ons vrolijk en uitgelaten verder het dorp in. Ze kunnen geen genoeg
krijgen van het poseren voor onze camera's en iedere keer als we afdrukken gaat
er een joelend gejuich op. Tegen het einde van de fotosessie zijn alleen nog
silhouetten zichtbaar tegen de oranje avondlucht. Het is tijd om terug te gaan.
Kokende motor
Vanaf Loyangalani is het een paar honderd kilometer goed gegaan, maar even voor
Maralal gebeurt het onvermijdelijke. We staan stil, de motor kookt. Aan de ene
kant balen we, maar gelukkig gebeurt het hier en zijn we de woestijn zonder
problemen doorgekomen. Geen paniek, Sammy heeft dit soort dingen vaker bij de
hand gehad. Hij gooit een blikje currypoeder en een pakje thee in de kapotte
radiateur in een poging het lek te dichten, giet er hierna een aantal liter
water in en we kunnen weer op weg. Het is werkelijk niet te geloven.
Vergane glorie
Er was in Maralal gekeken naar de jeep, volgens Paul. Inderdaad, er was gekeken. Verder
blijkbaar niets, want als we de volgende dag onderweg zijn naar Nakuru, begint de motor voor de
honderdvijfentachtigste keer te koken. Na een zenuwslopende rit -om de 5 kilometer stoppen, motor af laten
koelen, water in de radiateur kiepen en weer op weg- stranden we uiteindelijk
in Nyahururu. Als we voor donker in Eldoret willen zijn, lijkt het ons
verstandig nu een taxi te regelen en hier afscheid te nemen van Paul en Sammy.
Het is niet de eerste keer dat we een Planet-jeep in vergane glorie achter
moeten laten. Het beeld van die arme Sammy in Narok staat ons nog helder voor
de geest. Maar hadden we dan ooit gedacht dat dit geweldige avontuur anders afgesloten zou
worden dan op passende, Afrikaanse wijze? Dat zou wel een beetje dom geweest
zijn, niet?
TERUG NAAR INDEX
|