
Met gekromde tenen naar Marsabit (6)
Een knal doorbreekt de stilte van de ochtend. Meteen zit ik rechtop in m'n slaapzak. Als
we even later aan het ontbijt zitten -Sammy heeft pannenkoeken gebakken -
vertelt Paul dat er een aantal olifanten ons kamp waren genaderd. De knal die
we hoorden, was het geweerschot om de beesten weg te jagen!
Onderweg naar de
uitgang van het reservaat staat ons nog een verrassing te wachten. We rijden in
een behoorlijk tempo, anders zouden we vast kunnen komen te zitten in het zand.
De weg maakt een flauwe bocht naar links en opeens geeft Paul een flinke ruk
aan het stuur. Niemand had de olifant op de weg gezien. En het scheelde maar
weinig of we hadden 'm niet meer kunnen ontwijken! Sammy is zich ook lam
geschrokken. Wij hebben het pas door als we de olifant al voorbij zijn. Woest
klappert hij met zijn oren, de slagtanden dreigend omhoog geheven. Paul drukt
het gaspedaal nog wat dieper in en we laten de olifant in een enorme stofwolk
achter ons.
Kromme tenen
Het wordt heter en heter naarmate we vorderen op de weg richting de woestijn. Maar daar
zijn we nog lang niet, volgens Paul. Hoe heet moet het daar dan wel niet zijn?
Voor ons voeren Sammy en Paul heftige discussies. Nou ja, eigenlijk is alleen
Sammy constant aan het woord en het enige dat Paul toevoegt aan het gesprek is
af en toe een instemmend 'gehum'. Hij moet zijn aandacht bij de weg houden.
Sammy doet zijn inspiratie op uit de kranten
die voor hem op het dashboard liggen. De verkiezingen zitten er aan te komen en
de dagbladen staan bol van de mooie woorden van politici en ontwikkelingen op
politiek gebied. Regelmatig zit 'ie zich in z'n eentje te verkneukelen en als
hij grinnikt, worden z'n dikke minioortjes bijna dubbelgevouwen tegen z'n ronde
hoofd en zijn enorme buik (een kok die niet van lekker eten houdt is tenslotte geen
echte kok) schudt mee. We blijven dit boeiende tafereel gade slaan en genieten
minstens zoveel als zij. Het leidt ons ook een beetje
af van de angstaanjagende gedachten die door ons hoofd spelen. De weg tussen
Isiolo en Marsabit staat namelijk nog altijd bekend als gevaarlijk en in onze
voorstelling is elke tak of steen op de weg daar neergelegd als wegversperring
voor eenzame reizigers. Zogenaamde Shifta's, Somaliërs die aanspraak maken op
dit gebied, maken de route onveilig en alleen al de gedachte aan deze bandieten
bezorgt ons kromme tenen.
Kostbaar water
Uren en uren rijden we door een leeg, woestijnachtig gebied. De enige afwisseling die
het landschap te bieden heeft, is af en toe een eenzame boom of wat nomaden met
hun kuddes. Geiten sabbelen aan verdorde struikjes waar met wat geluk nog een
mals blaadje aan hangt. Een magere jongen komt van ver, zo snel als zijn lange
benen hem kunnen dragen, naar onze jeep gerend. Een brede lach verschijnt op
zijn gezicht, want reizigers in dit afgelegen oord, dat betekent water! En wat
is er hier van meer waarde dan water?! De lach verdwijnt niet meer van zijn
gezicht als hij een paar slokken van onze voorraad heeft genomen. Hij tovert
een viezige fles tevoorschijn die hij aan het koord om z'n middel heeft hangen.
Of we daar ook nog wat in willen doen?
Marsabit National Park
Via het Marsabit National Park rijden we naar onze slaapplaats voor de komende nacht.
Het park ligt op een hoogte van 1700 meter en daardoor is het meteen een heel
stuk koeler. Het ruikt hier naar regen en alles is groen en fris. Een aantal
mensen zijn illegaal hout aan het sprokkelen. Ze voelen zich kennelijk door ons
betrapt en verdwijnen vliegensvlug in het haast ondoordringbare woud van bomen.
We waren ongetwijfeld ergens blijven steken als onze jeep geen 4WD bezat,
voortdurend is het behoorlijk klimmen over de ruige paden. Het Marsabit Park is
beroemd als leefgebied van enorme mannetjesolifanten met reusachtige slagtanden
en dat is te merken. Een boom is gesloopt en verhinderd ons de doorgang. We
staan stil en weten even niet wat we nu moeten doen. Totdat Sammy wijst op een
mogelijke doorgang naast het pad. Paul bewijst weer eens zijn rijkunst en we
komen met veel horten en stoten aan de andere kant van de boom weer op het pad
terecht. Hij trapt even later plotseling op de rem en wijst ons op een
reusachtige kolos van een olifant, links naast ons in de struiken. Sammy maakt
een gek geluid om het beest een beetje uit te dagen maar dat vinden wij maar
niks na de angstaanjagende ervaring van vanmorgen. Voor vandaag hebben we even
genoeg olifanten van dichtbij gezien. Enorme lol heeft hij om ons gemier. Z'n
enorme buik schudt heen en weer en zijn oortjes klappen dubbel.
De Boran
Vlak voor de weg steil omhoog gaat, komen we langs een aantal nomaden die zich staan te
wassen bij een riviertje en er hun kuddes laten drinken. Deze krijgers behoren
tot de Boran, een nomadenstam die nauw verwant is met de Samburu. Uiterlijk
valt er niet veel verschil te ontdekken, behalve dan dat deze mensen nog meer
aandacht aan hun uiterlijk lijken te besteden. Ze zien er fantastisch mooi uit
met hun lange rode haar en hebben zich opgedoft met vele versieringen. Een van
de krijgers heeft de zijspiegel van onze jeep ontdekt en staat zich er
uitgebreid in op te nemen. Zit z'n haar nog goed? De haarband wordt even recht
getrokken en hij lacht eens naar zichzelf. Helaas mogen we absoluut geen foto's
van hen maken. Wat doen we hier eigenlijk, lijken ze te willen vragen. Hun
houding is bijna vijandig.
Overnachting in Marsabit
Er hangt een A4-tje op de muur van onze kamer, waarop Jey Jey Center zich
verontschuldigt voor 'the long, bumpy and dusty drive' maar ze belooft dat ze er alles
aan zal doen om ons de afgelegde 280 kilometer
snel te laten vergeten. Het hotelletje staat midden in Marsabit en onze
kamer biedt uitzicht op het straatleven. Ik heb nu niet meer het idee in Kenya
te zijn, maar in een of ander Islamitisch land. Zwaar gesluierde vrouwen lopen
op straat en ergens vlakbij schalt een moskee. Daar tussendoor ontdek ik ook
wat Samburu en Turkana en een enkeling die ik zo gauw niet thuis kan brengen.
Onder een afdakje naast het hotel is Sammy boven wat hete kooltjes aan het
kokkerellen geslagen. Nadat we de dikke laag stof en zand van ons hebben
afgespoeld, trekken we stoelen bij en smullen van de overheerlijke kip en een
bord vol patat. We zitten onder de blote sterrenhemel te rillen van de kou,
maar hebben een superknusse avond met z'n vijven. De ongelofelijke herrie uit
de moskee zal de hele nacht doorgaan, weet Sammy ons te vertellen. Er was
vandaag een bruiloft in de stad en het feest is nog lang niet afgelopen...
TERUG NAAR INDEX | LEES VERDER...
|