NOMADEN, SOMALILAND '03



 

 


Verdwaald in de woestijn en overnachting bij nomaden (4)

Voor mijn gevoel is het nog in het holst van de nacht, als de muezzin de volgelingen van de profeet Mohammed in Hargeisha oproept tot het ochtendgebed. Wreed uit mijn diepe slaap gesleurd, zit ik rechtovereind in mijn slaapzak en de zangerige mannenstem die door honderden luidsprekers lijkt we weergalmen, teistert mijn oren.

Honden blaffen in de maanverlichte straten en deuren slaan open en dicht. Mijn groepsgenoten kreunen en draaien zich nog maar eens om, in een poging de slaap opnieuw te vatten. Ik kruip ook maar weer diep in mijn slaapzak; de benauwde warmte van gisteravond is voorbij en een kille wind waait uit de openstaande ramen het vertrek binnen. Twee uur later gaat de wekker en is het ook voor de vreemdelingen van Hargeisha definitief tijd om te ontwaken.

Zandstormen in Berbera
We rollen onze matjes op en terwijl de zon als een schitterende, oranje bal opkomt over de stad, vertrekken we richting Berbera, een stoffige stad aan zee. Een keiharde zandstorm raast er over het strand; ik vecht met de wind om overeind te blijven en duizenden zandkorrels steken als gemene spelden in mijn huid. Tien meter verderop zit een gezinnetje langs de vloedlijn in de zee, maar veel meer dan een donkere vlek kan ik niet onderscheiden; de horizon is opgelost in een bruine muur van zand en mijn ogen kan ik amper open houden door de stofwolken die erin geblazen worden. De verzengende hitte jaagt ons al heel snel weer terug in de jeeps, waar het bruine stof als regen langs de raampjes naar beneden valt.

Witte geesten
Ook in het centrum van Berbera blaast een hete wind alles wat zich niet kan verweren voor zich uit en stukken karton en plastic zakken vliegen door de lucht. We lopen een rondje over de markt die meer weg heeft van een vuilnisbelt en al snel is het hele stadje uitgelopen om ons te bezichtigen. Men achtervolgt ons overal waar we onze voetstappen zetten en de uitdrukking op de gezichten is een mengeling van verbazing, ongeloof en argwaan en bij sommigen is zelfs een lichte angst te bespeuren. Alsof we witte geesten zijn uit een andere wereld. Jongens en meisjes houden hun broertjes en zusjes stevig bij de hand. Vrouwen fluisteren met elkaar achter hun sluiers en mannen staren ons aan. De wind rukt aan mijn omslagdoek -we hebben ons enigszins aangepast aan de Islamitische cultuur- en het valt niet mee om mijn benen bedekt te houden voor al die starende blikken.

Stoere Abdi
Niemand weet hoelang we nog moeten rijden en van Ahmed worden we ook niet veel wijzer, maar het interesseert me niet. Dit bijzondere land weet me tot nu toe mateloos te boeien en zelfs de spannende ervaring van een paar uur geleden doet daar niets aan af. Het zand van de woestijn had de jeeps in haar ijzeren greep en leek vastbesloten ons niet meer laten gaan, maar wij bleken sterker en wisten ons na een half uur los te worstelen. Onze chauffeur, Abdi, heeft zijn kleurrijke doek weer om zijn hoofd gebonden en z'n stoere zonnebril opgezet. Hij is helemaal in z'n element met de voorraad qat en Cola die hij in Burao heeft weten te bemachtigen en regelmatig verdwijnt er een sappig blaadje in z'n mond. Hij lacht zijn groene tanden bloot en heeft het blijkbaar net zo naar z'n zin als wij. Geitenvlees, patat en spaghetti stond er in Burao op het menu en we hebben gegeten zoals we dat een week niet gedaan hebben. Iedereen lijkt een beetje in te dutten nu en het is tijd voor een siësta. Ik zak lekker onderuit en geniet in stilte van het ruige landschap dat voorbij schiet. De mensen maken het tot een feest om door dit land te reizen. Voorbijgangers steken allebei hun armen spontaan de lucht in en een brede lach breekt door op hun verbaasde gezichten. Ik hang uit het raampje en zwaai terug, net zolang tot ze uit het zicht verdwenen zijn.

Kapotgeschoten dorpjes
Het gewelddadige verleden is haast tastbaar aanwezig in de kapotgeschoten dorpjes waar we doorheen rijden. Ruïnes en tanks vertellen het verhaal van een gruwelijke burgeroorlog die aan duizenden Somaliërs het leven koste, gezinnen uit elkaar rukte en kinderen tot wezen maakte. De inwoners van Somaliland willen sinds hun afscheiding met Somalië niets meer te maken hebben met hun grote, oorlogszuchtige buurland en weigeren iedere inmenging in vredesbesprekingen, trots en zuinig als ze zijn op de moeizaam verworven vrede in hun eigen land.

Verdwaald
De zon is ondergegaan, maar we rijden nog steeds en zijn op weg naar een onbekende bestemming. We zijn de weg kwijtgeraakt en dolen als verdwaalde schapen in de verlaten woestijn. Wegen zijn er niet meer en de sporen in het zand zijn nauwelijks te zien in de diepe duisternis van de nacht. Abdi blijkt een uitstekend gevoel voor richting te hebben en terwijl de andere chauffeurs in vertwijfeling rondjes aan het rijden zijn, staat hij een moment stil, kijkt omhoog naar de volle maan en naar de sporen in het zand en een ogenblik later heeft hij zijn stuur omgegooid en geeft plankgas. Vanaf nu is hij de onbetwiste leider van de groep. We stuiven de andere jeeps voorbij en Ahmed heeft geen andere keus dan lijdzaam te volgen - iets wat hij niet gewend is en wat hij ongetwijfeld ook niet leuk vindt. We hebben de grootste lol om zijn beteuterde gezicht en het maffe hoedje op zijn bolle hoofd.

Overnachting bij de nomaden
Het is al over twaalven als we onverwacht een nomadendorpje bereiken. Het lijkt op het eerste gezicht totaal uitgestorven, maar binnen een mum van tijd stromen de hutjes leeg en zijn we omringd door alle bewoners van het dorp die kunnen lopen. Een aantal vrouwen voeren hele gesprekken met ons in het Somali en wij praten terug in het Nederlands. Zij en wij liggen dubbel van de lach en ze gieren het uit zodra ze de kortgebroekte, behaarde benen ontdekken van Krijn en Wouter! Gillend stuiven de vrouwen uit elkaar, ontzet over zoveel mannelijke zedeloosheid. Alles wordt in het werk gesteld om het ons zo aangenaam mogelijk te maken en in één van de hutten die speciaal voor ons is leeggeruimd, mogen we onze matjes uitrollen. We willen ons eigenlijk wel omkleden, maar een man of twintig heeft zich vastberaden voor onze ingang opgesteld en staat ons uitgebreid op te nemen. Eén woord van ons aller Ahmed klinkt uit de duisternis en geruisloos druipen ze af.

Dorpsoudsten
De hitte van de dag is voorbij en een verkoelende wind waait door het rieten hutje. Terwijl ik wat lig te mijmeren en de belevenissen van de afgelopen dag lig te overdenken, valt het licht van de maan door het rieten dak op mijn notitieblok zodat ik niet eens een zaklamp nodig heb om te schrijven. Ik wil helemaal niet gaan slapen en luister naar de gesprekken van de dorpsoudsten die onze hut bewaken. Ze zitten zo dichtbij dat ik ze aan kan raken. Twee enorme geweren liggen naast hen in het zand. Uit de omringende hutten klinken opgewonden vrouwenstemmen en af en toe klatert er een hoge, vrolijke lach tussendoor. Langzaam maar zeker verstommen alle geluiden en zakt het dorp weg in diepe rust. Alleen het ruisen van de wind en het gesnurk van Ahmed vult de nacht.

TERUG NAAR INDEX  |  LEES VERDER...


 
Afrikaverslaving.nl © Josine van der Wal 2006-2020 Laatste update: sept.2020